Jawel, na al dat gepraat en geschrijf, na het onderzoeken en plannen, komt het toch weer hierop neer: doe het! Het wordt een geploeter, maar je weet dat het je organisatie én dat de samenleving er op meerdere manieren bij gaan winnen. Wat kan een mens meer wensen als motivatie, hé. Wat een heerlijke bezigheid, fondsenwerving.
Les 10: En dan gewoon doén, ‘met de handen uit de mouwen in de modder’
Je voelt het al aankomen, hier pleit ik voor nog een evenwicht, deze keer tussen enerzijds het kwartet praten, plannen, onderzoeken en denken, en anderzijds het echte doen, ‘met de handen uit de mouwen en de botten in de modder’, zoals ik vaak zeg. Die dingen gaan samen, moeten samengaan. Te lang aarzelen is nefast. Je kunt gerust starten zonder dat alles tot in de puntjes is geweten en geregeld. Je leert al doende. Stuur je een testmail naar een doelgroep, dan ben je al begonnen. Op het concrete resultaat dat die oplevert, kun je al verder bouwen. En al lerend wordt de aanpak sterker en efficiënter. Dit is vaste prik bij de Agile benadering die je best omarmt bij fondsenwerving.
Heb je koudwatervrees om naar een mogelijke grote donor, een major donor, te stappen en hem of haar dé vraag te stellen wat hij wilt geven? Weet je bij god niet hoeveel je kunt vragen? Na verkennend onderzoek en idem dito gesprekken moet je de koe bij de horens durven vatten. Blijven beweren dat ‘de prospect er nog niet rijp voor is’ heet simpelweg uitstelgedrag uit vrees voor een afwijzing. Zo blijf je bezig. Ja, het kan fout lopen, ja soms krijg je er gewoonweg geen beweging in. Maar wachten geeft je ook geen garanties. En fouten zijn vaak zeer leerzaam.
Vlieg erin!
Is de organisatie technisch nog niet in staat om voldoende automatisch te werk te gaan? Begin dan manueel en bouw de automatisatie onderweg uit. Nog niet genoeg data om echt relevant te segmenteren? Begin dan met ruwere gegevens, een soort onderbouwd buikgevoel, kies zo bepaalde segmenten en verfijn ook onderweg, zodra je wel genoeg gegevens hebt. ‘Analysis paralysis’ is een niet te onderschatten probleem in onze sector, een ziekte eigenlijk.
Slotsom: Fondsenwerving is een permanent leerproces van nadenken, praten en doen. Nadenken, praten en doen. Iteratie na iteratie bouwen we verder op. Het behelst ook een evenwicht en een complementariteit dus dit trio. Niks straks en statisch, maar soepel en dynamisch. Je improviseert eigenlijk niet. Je past de benadering wel aan wanneer de omstandigheden veranderen of er lessen worden getrokken. Kortom, je weet altijd goed waarmee je bezig bent. Geen nattevingerwerk of buikgevoel. Het veronderstelt natuurlijk een organisatiecultuur die fouten toelaat en die zelfkritische reflectie omarmt. Wel een boeiend vak, niet?
Heb je koudwatervrees om naar een mogelijke grote donor, een major donor, te stappen en hem of haar dé vraag te stellen wat hij wilt geven? Weet je bij god niet hoeveel je kunt vragen? Na verkennend onderzoek en idem dito gesprekken moet je de koe bij de horens durven vatten. Blijven beweren dat ‘de prospect er nog niet rijp voor is’ heet simpelweg uitstelgedrag uit vrees voor een afwijzing. Zo blijf je bezig. Ja, het kan fout lopen, ja soms krijg je er gewoonweg geen beweging in. Maar wachten geeft je ook geen garanties. En fouten zijn vaak zeer leerzaam.
Vlieg erin!
Is de organisatie technisch nog niet in staat om voldoende automatisch te werk te gaan? Begin dan manueel en bouw de automatisatie onderweg uit. Nog niet genoeg data om echt relevant te segmenteren? Begin dan met ruwere gegevens, een soort onderbouwd buikgevoel, kies zo bepaalde segmenten en verfijn ook onderweg, zodra je wel genoeg gegevens hebt. ‘Analysis paralysis’ is een niet te onderschatten probleem in onze sector, een ziekte eigenlijk.
Slotsom: Fondsenwerving is een permanent leerproces van nadenken, praten en doen. Nadenken, praten en doen. Iteratie na iteratie bouwen we verder op. Het behelst ook een evenwicht en een complementariteit dus dit trio. Niks straks en statisch, maar soepel en dynamisch. Je improviseert eigenlijk niet. Je past de benadering wel aan wanneer de omstandigheden veranderen of er lessen worden getrokken. Kortom, je weet altijd goed waarmee je bezig bent. Geen nattevingerwerk of buikgevoel. Het veronderstelt natuurlijk een organisatiecultuur die fouten toelaat en die zelfkritische reflectie omarmt. Wel een boeiend vak, niet?
Epiloog: Wij moeten efficiënte Robin Hoods zijn
Of het nu gaat om het kleinschalig inlossen van acute sociale noden of om een grootschalige structurele aanpak van maatschappelijke problematieken, alles wat we als fondsenwervers doen, is maatschappelijk echt wel zeer relevant, voor de civil society en voor de democratie. Ik kan me dus niet vinden in de soms negatieve houding tegenover ‘liefdadigheid’, zeker in progressieve middens, waartoe ik me zelf ook reken. Ja, wie aan filantropie doet, doet dit vanuit verschillende visies op de samenleving. En ja, niet al die visies stellen “het systeem” en de ongelijkheden die sociale problematieken in standhouden even scherp in vraag. Het maakt fondsenwerving daarom niet minder relevant.
Fondsenwerving creëert solidariteit en herverdeelt
Fondsenwerving is de ene keer de concrete uiting van solidariteit in een samenleving, bij afwezigheid van een ‘welvaartstaat’. Dan is fondsenwerving een onmisbare motor van ‘herverdeling’ én van sociale vooruitgang, waarbij de sterkere de zwakkere ondersteunt. Op andere momenten, als er wél een welvaartstaat is, vult fondsenwerving aan waar de (fiscale) herverdeling door de welvaartstaat onvoldoende is, waar die welvaartstaat dus faalt in haar rol om voor iedereen de context en kansen te bieden voor een menswaardig leven.
Want eerlijk: in grote delen van de wereld is er niet zoiets als een stabiele herverdelende welvaartstaat en waar die er wel is, faalt ze veel meer dan ons lief is. De fondsenwerver moet dus ageren als een moderne Robin Hood, omdat - laten we er geen doekjes omwinden - onze overheid al jaren te vaak faalt in haar fundamentele eerste taak: via rechtvaardige belastingen rijkdom herverdelen voor algemeen belang en een betere wereld om zo de basis te leggen voor ieders welvaart en welzijn.
Maar zelfs in een ideale, rechtvaardige, herverdelende, solidaire samenleving speelt fondsenwerving nog een andere cruciale rol. Fondsenwerving is zelfs niets minder dan een voorwaarde voor het functioneren van een moderne democratie. “Geen democratie zonder civil society, geen civil society zonder fondsenwerving”, zo luidt niet voor niets mijn devies. Een autonome en kritische civil society vormt het fundament voor een gezonde democratie. Het was de Franse politiek filosoof Alexis de Tocqueville die bijna 200 jaar geleden, reeds decentralisatie en morele autoriteiten benoemde als cruciale voorwaarden voor democratie.
We beschermen mee de democratie
Als alle macht centraliseert, hoe mooi de initiële intenties ook zijn, zal er van vrijheid en gelijkheid niet veel overblijven. Dan is de democratie in gevaar. Die centralisatie valt te voorkomen door te werken met meerdere bestuursniveaus, maar zeker ook door niet alle maatschappelijke taken in handen te geven van een overheid. Ze worden best overgelaten aan een bijzonder diverse veelheid aan maatschappelijke organisaties, die elk vanuit hun visie doen wat zij nodig vinden voor een betere samenleving.
Macht riskeert altijd te corrumperen. Daarbij komen morele autoriteiten om de hoek kijken. Instanties die een oogje in ’t zeil houden, die machthebbers volgen en op de vingers tikken waar nodig. Maar het wordt weer gevaarlijk als er slechts één morele autoriteit bestaat, zoals vroeger de Kerk. Ook hier hebben we nood aan decentralisatie en een brede waaier van organisaties die elk vanuit hun visie een rol van morele waakhond rol op zich nemen. Zij kunnen en moeten overheden en andere maatschappelijke actoren op de vingers tikken en het maatschappelijk debat voeden waar nuttig en nodig.
Onafhankelijke financiering creëert pluralisme
Zowel bij de uitvoering van maatschappelijke taken, als bij de morele controle op uitvoerders van die maatschappelijke taken kan dat pluralisme enkel gegarandeerd blijven als ook de financiering van de organisaties die deze rollen opnemen, gedecentraliseerd is. Als enkel de overheid die gehele civil society zou financieren, en bepalen welke organisaties wel of geen subsidie krijgen, zal het pluralisme afbrokkelen en dus ook de vrijheid én de creativiteit om te werken aan een mooie samenleving afnemen. Dàt is de cruciale democratische rol van fondsenwerving: het decentraliseren van herverdeling van financiële middelen in de samenleving om te vermijden dat een centrale overheid te machtig wordt en dus democratische vrijheid en gelijkheid zou bedreigen.
Voor alle duidelijkheid, ik pleit hier niet tegen belastingen door overheden. Integendeel. Een eerlijke fiscaliteit, waarbij iedereen verplicht is om naar vermogen bij te dragen, is cruciaal voor het algemeen belang. Maar ik stel wel dat een democratie enkel gezond kan zijn als beide volwaardig naast elkaar bestaan: de gecentraliseerde herverdeling via belastinginning en subsidiering door de overheid enerzijds, en de gedecentraliseerde herverdeling via giften aan diverse organisaties in de civil society anderzijds.
Net zoals een dokter bijdraagt aan gezondheid door z’n morele plicht zieken en gewonden te verzorgen, net zoals een politieagent bijdraagt aan veiligheid door z’n morele plicht achter criminelen aan te gaan, zo heeft de fondsenwerver dus de morele plicht om krachtdadig én in wijsheid geld te vragen voor maatschappelijke projecten allerhande. Alleen zo krijgen we een samenleving vol schoonheid.
Fondsenwerving creëert solidariteit en herverdeelt
Fondsenwerving is de ene keer de concrete uiting van solidariteit in een samenleving, bij afwezigheid van een ‘welvaartstaat’. Dan is fondsenwerving een onmisbare motor van ‘herverdeling’ én van sociale vooruitgang, waarbij de sterkere de zwakkere ondersteunt. Op andere momenten, als er wél een welvaartstaat is, vult fondsenwerving aan waar de (fiscale) herverdeling door de welvaartstaat onvoldoende is, waar die welvaartstaat dus faalt in haar rol om voor iedereen de context en kansen te bieden voor een menswaardig leven.
Want eerlijk: in grote delen van de wereld is er niet zoiets als een stabiele herverdelende welvaartstaat en waar die er wel is, faalt ze veel meer dan ons lief is. De fondsenwerver moet dus ageren als een moderne Robin Hood, omdat - laten we er geen doekjes omwinden - onze overheid al jaren te vaak faalt in haar fundamentele eerste taak: via rechtvaardige belastingen rijkdom herverdelen voor algemeen belang en een betere wereld om zo de basis te leggen voor ieders welvaart en welzijn.
Maar zelfs in een ideale, rechtvaardige, herverdelende, solidaire samenleving speelt fondsenwerving nog een andere cruciale rol. Fondsenwerving is zelfs niets minder dan een voorwaarde voor het functioneren van een moderne democratie. “Geen democratie zonder civil society, geen civil society zonder fondsenwerving”, zo luidt niet voor niets mijn devies. Een autonome en kritische civil society vormt het fundament voor een gezonde democratie. Het was de Franse politiek filosoof Alexis de Tocqueville die bijna 200 jaar geleden, reeds decentralisatie en morele autoriteiten benoemde als cruciale voorwaarden voor democratie.
We beschermen mee de democratie
Als alle macht centraliseert, hoe mooi de initiële intenties ook zijn, zal er van vrijheid en gelijkheid niet veel overblijven. Dan is de democratie in gevaar. Die centralisatie valt te voorkomen door te werken met meerdere bestuursniveaus, maar zeker ook door niet alle maatschappelijke taken in handen te geven van een overheid. Ze worden best overgelaten aan een bijzonder diverse veelheid aan maatschappelijke organisaties, die elk vanuit hun visie doen wat zij nodig vinden voor een betere samenleving.
Macht riskeert altijd te corrumperen. Daarbij komen morele autoriteiten om de hoek kijken. Instanties die een oogje in ’t zeil houden, die machthebbers volgen en op de vingers tikken waar nodig. Maar het wordt weer gevaarlijk als er slechts één morele autoriteit bestaat, zoals vroeger de Kerk. Ook hier hebben we nood aan decentralisatie en een brede waaier van organisaties die elk vanuit hun visie een rol van morele waakhond rol op zich nemen. Zij kunnen en moeten overheden en andere maatschappelijke actoren op de vingers tikken en het maatschappelijk debat voeden waar nuttig en nodig.
Onafhankelijke financiering creëert pluralisme
Zowel bij de uitvoering van maatschappelijke taken, als bij de morele controle op uitvoerders van die maatschappelijke taken kan dat pluralisme enkel gegarandeerd blijven als ook de financiering van de organisaties die deze rollen opnemen, gedecentraliseerd is. Als enkel de overheid die gehele civil society zou financieren, en bepalen welke organisaties wel of geen subsidie krijgen, zal het pluralisme afbrokkelen en dus ook de vrijheid én de creativiteit om te werken aan een mooie samenleving afnemen. Dàt is de cruciale democratische rol van fondsenwerving: het decentraliseren van herverdeling van financiële middelen in de samenleving om te vermijden dat een centrale overheid te machtig wordt en dus democratische vrijheid en gelijkheid zou bedreigen.
Voor alle duidelijkheid, ik pleit hier niet tegen belastingen door overheden. Integendeel. Een eerlijke fiscaliteit, waarbij iedereen verplicht is om naar vermogen bij te dragen, is cruciaal voor het algemeen belang. Maar ik stel wel dat een democratie enkel gezond kan zijn als beide volwaardig naast elkaar bestaan: de gecentraliseerde herverdeling via belastinginning en subsidiering door de overheid enerzijds, en de gedecentraliseerde herverdeling via giften aan diverse organisaties in de civil society anderzijds.
Net zoals een dokter bijdraagt aan gezondheid door z’n morele plicht zieken en gewonden te verzorgen, net zoals een politieagent bijdraagt aan veiligheid door z’n morele plicht achter criminelen aan te gaan, zo heeft de fondsenwerver dus de morele plicht om krachtdadig én in wijsheid geld te vragen voor maatschappelijke projecten allerhande. Alleen zo krijgen we een samenleving vol schoonheid.